Het Corpus Van Reenen-Mulder van 14e-eeuwse Middelnederlandse oorkonden CRM14
Het CRM14 - het Corpus Van Reenen-Mulder van 14e-eeuwse Middelnederlandse oorkonden - is vanaf 1983 aangelegd door en onder leiding van Pieter van Reenen en Maaike Mulder, oorspronkelijk aan de Vrije Unversiteit, later aan het Meertens Instituut.
Het corpus bestaat uit ruim 3800 gedateerde en gelokaliseerde oorkonden, verspreid over het hele Nederlandssprekende taalgebied. In een aantal gebieden zijn soms nog aanzienlijke hoeveelheden oorkonden te vinden die in het corpus zouden kunnen worden opgenomen, bijvoorbeeld in Brugge, dat al vertegenwoordigd is, of uit Roermond, dat nog niet vertegenwoordigd is. Daarnaast zijn er gebieden die geheel of grotendeels leeg moeten blijven, zoals de Veluwe en Salland. Ook voor Friesland ontbreken in deze periode nog gegevens, al zijn er wel enige oorkonden in het Fries uit Groningen bekend. Deze zijn echter niet opgenomen in het corpus.
De oorkonden van het CRM14 zijn transcripties van foto's of fotokopieën van de originele manuscripten in Nederlandse en Vlaamse archieven dan wel transcripties overgenomen uit bestaande publicaties, al dan niet vergeleken met hun originelen in de archieven afkomstig uit oorkonden-uitgaven. In de oorkonden-uitgaven zijn soms afkortingen zodanig opgelost, dat niet meer te zien is dat in het origineel de vorm was afgekort. In een aantal gevallen konden naast de versie in de uitgave de oorspronkelijke oorkonde worden gelegd en is dat probleem verholpen.
Elke oorkonde in het corpus heeft een identificatienummer, zoals beschreven onder corpora. Via dit nummer is ook de herkomst van de oorkonde te vinden, dat wil zeggen het archief of de editie waaruit deze afkomstig is. Voor de lijst van archieven en oorkonden-uitgaven, zie Archieven en Oorkonden-uitgaven, Inventarissen, Regesten. Het Meertens Instituut beschikt in een groot aantal gevallen over foto's en fotokopieën van de oorkonden, al dan niet digitaal.
De link tussen het identificatieknummer van de oorkonden en het archief en/of de publicatie waar de oorkonde vandaan komt wordt gegeven in de lijst Identificatienummers van de oorkonden van het CRM14.
Een paar voorbeelden:
Voor GAZutphen, GAArnhemStJan, ArchBeverenWaas zie de Lijst van geraadpleegde archieven. Voor Vangassen en Smelt zie de Lijst van oorkonden-uitgaven, inventarissen, regesten.
De eerste archieven zijn bezocht in 1984, niet lang na de aanvang van het project, de laatste in 2010. Sinds 1984 heeft de archiefwereld grote veranderingen ondergaan. Sommige archieven zijn samengevoegd, verplaatst, bestanden zijn gedigitaliseerd, opnieuw geklassificeerd, geïnventariseerd, van naam veranderd, en dat proces zal zich in de toekomst ongetwijfeld voortzetten. In de verantwoording van de herkomst van de oorkonden kon met al die veranderingen niet altijd rekening worden gehouden.
Over het tot stand komen van het CRM14
De gegevens waar de kaarten op berusten zijn voor wat de 14e eeuw afkomstig uit het CRM14: Corpus Van Reenen-Mulder van 14e eeuwse Middelnederlandse oorkonden.
Dat corpus is aangelegd vanaf het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw. Dat was veel werk en wij prijzen ons gelukkig dat we daarbij van vele kanten hulp hebben gekregen.
Heel in het bijzonder danken wij Chris De Wulf, Margit Rem en Robert Peters. Margit Rem en Chris De Wulf hebben aanzienlijke hoeveelheden teksten aan het corpus toegevoegd en vervolgens hun proefschrift erop gebaseerd, zie Rem (2003) en De Wulf (2019). Ook Robert Peters heeft een belangrijk deelcorpus toegevoegd. Zijn Atlas spätmittelalterlicher Schreibsprachen des niederdeutschen Altlandes und angrenzender Gebiete Peters (2017) is voor wat het Middelnederlands betreft op het CRM14 gebaseerd. De kaarten uit deze atlas en de gegevens waarop zij berusten kunnen voor zover zij de 14e eeuw betreffen daarom direct met de 14e-eeuwse kaarten van middelnederlands.nl vergeleken worden.
Verder noemen wij graag Hanny Demeersseman, Filip Devos, Janneke Diepeveen, Klaas Driebergen, Ludy Giebels, Bert de Haar, Ines Kuperus, Erik Kwakkel, Liesbeth van der Linden, Petros Samara, Gerard Seyger, Barbara Van den Bossche voor hun aandeel in het transcriberen en/of lemmatizeren en taalkundig coderen van de oorkonden en vaak nog andere bijdragen.
Voor essentiële bijdragen aan de informatisering hebben wij uiteraard veel te danken aan Evert Wattel (kaarttechniek) en Matthijs Brouwer (website). Maar ook Wim van Dongen, Hans van Halteren, Onno Huber en Ron Van den Branden hebben belangrijke bijdragen geleverd.
Zonder de medewerking van een groot aantal archieven was het corpus er niet geweest. We noemen in het bijzonder de archieven van Aardenburg, Abdij van Postel, Amersfoort, Arnhem (Rijks- en Gemeentarchief), Assen, Beveren-Waas, Breda, Brugge (Rijksarchief), Brussel (Rijksarchief), de Cisterciënserbibliotheek "Sinte-Bernaerts" te Bornem, Den Haag (Rijks- en Gemeentearchief), Deventer, Gent (Stadsarchief), Gouda, Gorinchem, Harderwijk, Helmond, ’s Hertogenbosch (Rijks- en Gemeentearchief), Kampen, Leiden, Maastricht (Rijksarchief), Mechelen, Middelburg, Nijmegen, Schoonhoven, Utrecht (Rijks- en Gemeentearchief), Vere, Wijk bij Duurstede, Zierikzee, Zutphen, Zwolle (Rijks- en Gemeentarchief). De namen van Yvonne Bos-Rops, P.C.B. Maarschalkerweerd, Bert van der Saag, frater Joannes Zegers, Lieuwe Zoodsma vermelden we graag speciaal, zonder anderen tekort te willen doen.
Vanaf het begin van de 80-er jaren is het project opgestart aan de Faculteit de Letteren (Algemene Taalwetenschap en Nederlandse Taalkunde) van de Vrije Universiteit. Vanaf ongeveer 2006 is het (mede)voortgezet aan het Meertens Instituut. Dankzij VNC-project 'Databank van veertiende-eeuwse niet-literaire Nederlandse teksten. Opbouw en linguïstisch onderzoek' (2004-2007) en een pilootproject van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren (2001-2003) kon het corpus aanzienlijk worden uitgebreid.
Daarnaast zijn er nog vele anderen die wij danken voor hun inbreng op diverse fronten: Mirjam Ernestus, Hans Fieggen, Wilco van den Heuvel, Nanette Huijs, Helen van Reenen, Anke van Reenen-Jongkind, Marleen Rijnvis, Tineke Rinkel, Carri Sijssens, Iris van Wijck, Astrid Wijnands, Herman Wiltink, Tineke Wiltink en last but not least Nicoline van der Sijs. En dan blijven er nog velen over wier namen wij niet allemaal kunnen noemen. Maar ook voor hen geldt: hartelijk dank!
Maaike Mulder en Pieter van Reenen